De Jalón-vallei in haar mooiste kleuren
De natuur van Alcalalí is een feest voor de zintuigen. Hier, in de Jalón-vallei, ontvouwt zich een landschap waarin elk seizoen een eigen verhaal vertelt. Het zachte, mediterrane klimaat en de vruchtbare bodem hebben ervoor gezorgd dat de omgeving een bijna weelderige schoonheid uitstraalt, ondanks de relatieve droogte die kenmerkend is voor het binnenland van Alicante. De bergen rondom het dorp, zoals de Sierra de Bernia en de Sierra del Castell de la Solana, vormen een imposant decor en beschermen de vallei tegen de felste winden van de kust. Dit natuurlijke amfitheater vangt het licht op een manier die de dagen hier lang, helder en onvergetelijk maakt.
De natuur rondom Alcalalí is geen aaneenschakeling van wilde bossen of strakke percelen; het is juist de mozaïek van gecultiveerde terrassen, geurige hellingen en ongerepte stukken die de vallei haar karakter geven. De beroemde amandelbomen — vooral in januari en februari — kleuren de omgeving dan wit en roze, een betoverend schouwspel dat bezoekers uit heel de provincie trekt. Maar ook buiten deze bloeitijd blijft de vallei een paradijs voor wie oog heeft voor details.
Een plantenrijk dat eeuwen vertelt
De flora rond Alcalalí is typisch mediterraan en getuigt van een lange geschiedenis van landbouw én natuurlijke veerkracht. Op de gecultiveerde terrassen groeien druivenranken, olijfbomen en amandelbomen, waarvan de noten en olie nog steeds een bron van inkomsten zijn voor lokale boeren. Tussen deze rijen door duiken wilde bloemen op: klaprozen, kamille en het felgele sint-janskruid.
Op de hellingen en in de minder bewerkte delen van de vallei vind je steeneiken, johannesbroodbomen en af en toe een dennenbos waar de geur van hars zich vermengt met die van tijm en rozemarijn. Esparto-gras en mastiekstruiken vullen de open plekken en bieden voedsel en schuilplaatsen voor insecten en kleine zoogdieren. In de lente bloeien de hellingen op met wilde orchideeën en cistusrozen, die de droge grond een zachte pracht geven.
Dieren van de vallei: zichtbaar en verborgen
Het dierenleven rond Alcalalí is subtiel en vraagt van de bezoeker om aandacht. Wie in de vroege ochtend een wandeling maakt, hoort overal vogels: de vrolijke roep van de wielewaal, het getik van de bonte specht en de scherpe kreet van een torenvalk hoog in de lucht. Op de velden scharrelen patrijzen, terwijl op de stenige hellingen hagedissen zich in het zonlicht koesteren en vlinders als spatten van kleur door de lucht fladderen.
In de schemering komen de zoogdieren tevoorschijn. Vossen sluipen voorzichtig langs de randen van de wijngaarden, op zoek naar muizen of verloren fruit. Dassen en genetkatten, hoewel zeldzaam, bewonen de stilste delen van de bossen. In de hogere delen van de Sierra de Bernia kun je met geluk een kudde Spaanse steenbokken zien, die behendig over de rotsen klauteren.
Ook roofvogels voelen zich thuis in deze vallei. Buizerds en havikarenden cirkelen boven de bergtoppen, op zoek naar prooi, en in de open lucht hangen soms zelfs vale gieren die met hun enorme vleugels het luchtruim beheersen. De biodiversiteit hier is rijk, juist door de afwisseling van gecultiveerde grond en ongerepte natuur.
Natuurgebieden dichtbij: de Sierra’s
Hoewel Alcalalí zelf geen officieel natuurpark binnen de grenzen heeft, grenst het aan enkele van de mooiste natuurgebieden van de Marina Alta. De nabijgelegen *Sierra de Bernia* is geliefd bij wandelaars en natuurliefhebbers. Dit ruige massief, met zijn grillige pieken en diepe kloven, biedt een netwerk van paden met adembenemende uitzichten op zowel het binnenland als de Middellandse Zee. Bekend is de *Forat de Bernia*, een natuurlijke tunnel door de bergkam, vanwaar je zowel naar het oosten als het westen kunt kijken.
In de andere richting ligt de *Sierra del Castell de la Solana*, een stiller en minder bekend gebied dat juist daardoor perfect is voor wie van pure rust en ongerepte natuur houdt. Hier groeien steeneikenbossen, en de paden slingeren langs verlaten boerderijen en over eeuwenoude muilezelroutes. De geur van tijm en lavendel vergezelt je hier op elke stap.
Wandelpaden en natuurlijke ritmes
Rond Alcalalí zijn tal van wandelroutes uitgezet die je langs wijngaarden, door schaduwrijke bossen en over ruige rotspartijen voeren. Een populaire route is de rondwandeling door de amandelboomgaarden tijdens de bloei. Maar ook buiten het bloesemseizoen lonen deze paden: in de zomer voor de schaduw en de stilte, in de herfst voor de gouden kleuren van de wijngaarden en in de winter voor de heldere luchten en frisse lucht.
De paden rond de rivier Gorgos bieden een ander gezicht: het water kabbelt hier rustig, en de oevers zijn begroeid met populieren en riet, een ideale plek voor vogels en kleine zoogdieren. Deze rustige wandelingen worden vaak afgewisseld met uitzichten op de omliggende bergen en het schilderachtige dorp dat in de verte altijd weer opduikt.
Een natuur om in te ademen
Wat de natuur van Alcalalí zo bijzonder maakt, is dat zij altijd dichtbij is. Ze is niet opgesloten in parken of reservaten, maar maakt deel uit van het dagelijkse leven. De lucht ruikt hier in de ochtend naar bloemen en in de avond naar aarde. De stilte wordt slechts doorbroken door het gezoem van bijen en het ruisen van bladeren. Hier ervaar je hoe natuur en mens samen een landschap hebben gevormd dat tegelijk wild en verzorgd aanvoelt — een plek waar je zowel kunt dwalen als thuiskomen.