De vroege oorsprong van Xaló
De geschiedenis van Xaló ligt als een goed bewaard geheim verscholen tussen de rivierbedding van de Gorgos en de hellingen van de Sierra de Bernia. De eerste tekenen van bewoning gaan terug tot de prehistorie, al zijn het vooral de sporen uit de Romeinse en Moorse tijd die het fundament van het dorp vormen.
Uit de Romeinse tijd zijn directe overblijfselen schaars, maar de ligging langs een oude verbindingsroute en vondsten van aardewerk wijzen op een agrarische nederzetting. De vruchtbare vallei bood water, beschutting en zon – een ideale plek voor landbouw. In de 8e eeuw gaven de Moren het landschap zijn huidige vorm, met acequias (irrigatiekanalen), terrassen en boomgaarden die het dorpsbeeld nog altijd bepalen.
Moorse bloei en christelijke herbevolking
Onder islamitisch bestuur ontwikkelde Xaló zich tot een klein, bloeiend dorp. De naam zou zijn afgeleid van een Arabische stam of van een woord dat met water te maken heeft. Na de Reconquista door koning Jaume I in de 13e eeuw veranderde de machtsverhoudingen drastisch. De moslimbevolking bleef aanvankelijk als mudéjares (moslims onder christelijk bestuur), maar werd in 1609 definitief verdreven na het Edict van Uitwijzing.
Het dorp liep daardoor leeg, tot christelijke boerenfamilies uit Catalonië en Aragón de streek kwamen herbevolken. Zij brachten nieuwe gebruiken, en hun Valenciaanse taal bleef tot op de dag van vandaag behouden.
Wijn, opstanden en groei
In de 18e en 19e eeuw groeide Xaló door de opkomst van de wijnbouw. De vallei bleek perfect voor druiventeelt, vooral van de moscatel‑druif, die werd verwerkt tot de beroemde zoete mistela. Kleine bodega’s en familiebedrijven domineerden het dorpsleven.
Maar deze periode kende ook onrust. De Napoleontische oorlogen en Carlistische opstanden zorgden voor onzekerheid. Veel inwoners zochten hun geluk aan de kust of emigreerden naar Zuid‑Amerika. Toch bleef het ritme van het dorpsleven sterk verbonden met de landbouw en de seizoenen.
De 20e eeuw: crisis en herstel
De 20e eeuw bracht eerst armoede en verdeeldheid. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog bleef Xaló relatief buiten schot, maar de gevolgen waren voelbaar. Onder Franco’s regime kampte het dorp decennialang met stagnatie en armoede.
Vanaf de jaren ’60 kwam er langzaam herstel. Betere infrastructuur, economische steun en het opkomende toerisme aan de kust zorgden dat jongeren minder vaak vertrokken. Buitenlanders ontdekten het achterland als een authentieke plek, weg van de drukte.
De internationale doorbraak
Vanaf de jaren ’80 trokken buitenlanders – eerst Britten, later ook Belgen, Nederlanders en Duitsers – naar Xaló. De vallei, de rust en de wijn trokken mensen aan die op zoek waren naar een echt dorp met een ziel.
Toch bleef Xaló trouw aan zichzelf. De wijncoöperatie moderniseerde, maar bleef lokaal. De markt groeide, maar behield zijn regionale producten. En het culturele leven bleef draaien om de druivenoogst, de feesten en het dorpsritme.
Verhalen en volksgeheugen
De geschiedenis van Xaló leeft niet alleen in stenen en jaartallen, maar ook in verhalen. In het dorp hoor je legendes over herders, verdwenen bronnen en grotten vol geheimen. Tijdens feesten zoals de Fira del Vi of processies voor Sant Doménec komen verleden en heden samen.
Xaló draagt zijn verleden met trots, maar blijft levendig en open. Je voelt hier het verleden, zonder dat het zwaar drukt. Oude gewoonten gaan hand in hand met nieuwe buren en een terras vol leven. Het is precies die combinatie van traditie en openheid die het dorp zo bijzonder maakt in de Valle de Pop.