Een dorp dat de tijd trotseerde
Wie vandaag de kronkelende weg omhoog volgt naar Tibi, voelt haast onbewust dat men zich een plek binnenrijdt die al eeuwen meebeweegt met de geschiedenis, zonder zijn essentie te verliezen. Het kleine bergdorp in de provincie Alicante lijkt zich schuil te houden tussen de heuvels van de Sierra del Maigmó, maar zijn verleden is allesbehalve stil. Tibi is oud, ouder dan veel omliggende dorpen, en dat voel je in elke hoek van de geplaveide straatjes, in de stenen muren die getuigen van veldslagen, koninklijke besluiten en periodes van bloei én verval.
Van Iberisch fundament tot Moorse aanwezigheid
Lang voor het dorp Tibi zijn huidige naam droeg, waren de omliggende heuvels bewoond door Iberische stammen. Resten van nederzettingen op de flanken van de bergpassen wijzen op een vroege, strategische aanwezigheid. Het gebied was ideaal voor beschutting, landbouw en observatie. Tijdens de Moorse overheersing tussen de 8e en 13e eeuw groeide Tibi uit tot een bescheiden, maar goed georganiseerd landbouwdorp. De naam "Tibi" zou zelfs kunnen afstammen van het Arabische "Tabiyah", wat verwijst naar een hooggelegen nederzetting.
De Moren introduceerden nieuwe irrigatietechnieken die later de basis vormden voor de landbouw in het dal van de rivier de Monnegre. Met de herovering (Reconquista) van deze regio door Jaime I van Aragón in de 13e eeuw, kwam Tibi in handen van de Christelijke kroon, en daarmee veranderde het sociale en religieuze karakter van het dorp.
Vasthaken aan de kroon en een opmerkelijke dam
Na de herovering werd Tibi ingelijfd in het koninkrijk Valencia en behoorde het tot het feodale systeem van landgoederen. Het kreeg een bijzondere betekenis onder Filips II, de Spaanse koning die in 1580 opdracht gaf tot de bouw van de iconische stuwdam: de Presa de Tibi. Deze dam, voltooid in 1594, was in zijn tijd een technisch wonder. Eeuwenlang gold het als de hoogste dam van Europa. Het water uit deze dam werd gebruikt om de lagergelegen gebieden van Alicante van irrigatie te voorzien.
Hoewel de dam enkele kilometers buiten het dorp ligt, is het bestaan ervan onlosmakelijk verbonden met Tibi. Het bracht arbeid, invloed en bekendheid. Tot op de dag van vandaag wordt het beschouwd als een van de oudste nog werkende stuwdammen van Europa.
De turbulente 18e en 19e eeuw
Tijdens de 18e eeuw bleef Tibi een agrarisch dorp met een gestaag groeiende bevolking. De kerk van Santa María Magdalena werd een belangrijk religieus en sociaal centrum. De 19e eeuw daarentegen bracht onrust. De Peninsular War (1808–1814) en de daaropvolgende Carlistenoorlogen lieten hun sporen na in de regio. Hoewel Tibi enigszins buiten de directe gevechtszones lag, zorgden de onrusten in Spanje voor economische stagnatie, belastingdruk en migratie naar grotere steden.
Tegelijkertijd bloeiden lokale ambachten op, vooral in textiel en steenhouwerswerk. Veel inwoners werkten in de steengroeven of reisden naar Alicante-stad om hun producten te 
verkopen. Ondanks zijn afgelegen ligging wist Tibi zich steeds te hervinden.
Van leegloop naar wederopstanding
De 20e eeuw bracht verandering. Net als veel andere landelijke dorpen in Spanje kende Tibi een flinke bevolkingsafname tussen de jaren vijftig en zeventig. Jongeren trokken weg op zoek naar werk in de industrie of aan de kust. Toch bleef het dorpsleven bestaan. Men klampte zich vast aan tradities, organiseerde jaarlijkse fiestas en hield religieuze gebruiken in ere.
Pas vanaf de jaren negentig kwam er een kentering. Buitenlanders — vooral uit Noord-Europa — ontdekten Tibi als een rustige, authentieke plek om zich terug te trekken. Het dorp kreeg opnieuw economische adem dankzij het toerisme en de komst van nieuwe bewoners, wat leidde tot renovatie van huizen, nieuwe horeca en heropleving van lokale producten zoals honing, olijfolie en ambachtelijke wijnen.
Tradities die blijven leven
Vandaag is Tibi een mix van oud en nieuw. Historische gebouwen zoals het Ayuntamiento (gemeentehuis), de parochiekerk en de overblijfselen van het oude kasteel boven op de rots zijn tastbare herinneringen aan een rijk verleden. De jaarlijkse "Moros y Cristianos"-feesten brengen de middeleeuwse geschiedenis elk jaar opnieuw tot leven in kleurrijke optochten, muziek en dans.
Wat Tibi bijzonder maakt, is niet alleen de stenen erfenis, maar ook de continuïteit van haar gemeenschapsgevoel. De geschiedenis leeft er niet in musea, maar in gesprekken op het dorpsplein, in recepten die al generaties meegaan, en in het ritme van het dagelijks leven dat zich al eeuwenlang nauwelijks laat opjagen.