Geschiedenis Crevillent: een levende erfenis

Oud centrum van Crevillent met kerktorens en historische gevelsZodra je het oude centrum van Crevillent binnenwandelt, tussen verweerde gevels, smalle straatjes en kerktorens die de lucht als wachters doorboren, voel je meteen dat hier geschiedenis geen dode letter is. Het leeft, het fluistert in het dialect van de straat, in de geur van oud leer en geweven stof, in de schaduw van huizen die al generaties lang verhalen bewaren. Crevillent is geen plek die zich opsmukt met verleden – het ís verleden. Doorleefd, doorgegeven en nog altijd voelbaar in elk steegje.

Een prehistorische aanwezigheid

Lang voordat de Romeinse aquaducten hun bogen over Iberische valleien spanden, was dit al een plek van menselijke aanwezigheid. Archeologische vondsten op de hellingen van de Sierra de Crevillent – zoals de Cueva de Les Llagostes – wijzen op prehistorische bewoning. De grotten, hoog gelegen en uitkijkend over de vlakte, boden veiligheid en zicht. In het droge, maar strategisch gelegen binnenland konden vroege jagers en verzamelaars overleven. Hier vond men vuursteenwerktuigen, pottenwerk, en zelfs sporen van begrafenisrituelen. Het waren bescheiden gemeenschappen, maar hun keuze om zich hier te vestigen zou de toon zetten voor millennia aan menselijke activiteit.

De Romeinse tijd en Arabische bloei

Met de komst van de Romeinen kreeg de regio een nieuwe ordening. De Vinalopó-vallei, waartoe Crevillent behoort, werd opgenomen in het provinciale netwerk van Hispania Tarraconensis. Hoewel er weinig monumentale resten zijn, wijzen inscripties en wegen erop dat de Romeinen hier een agrarische nederzetting onderhielden, waar olijven, amandelenRomeinse resten en landbouw in Crevillent en druiven werden verbouwd. De naam Crevillent komt vermoedelijk van het Latijnse “crepare” – barsten of scheuren – mogelijk verwijzend naar het droge, gescheurde landschap van de omgeving.

Pas met de komst van de Moren kreeg Crevillent echt betekenis. Vanaf de 8e eeuw werd het stadje onderdeel van het emiraat, en later het kalifaat van Córdoba. Onder islamitische heerschappij groeide Crevillent uit tot een bescheiden, maar levendig agrarisch centrum. De Moren brachten irrigatiesystemen – de befaamde acequias – die het dorre land tot leven wekten. Ze bouwden vestingen, legden terrassen aan, en plantten dadelpalmen, granaatappels en vijgen. Tot op de dag van vandaag zie je in het stratenplan en in plaatsnamen zoals Raval de Sant Elies en El Realengo echo’s van deze Arabische tijd.

De Reconquista en herbevolking

In 1263 werd Crevillent heroverd door de troepen van koning Jaime I van Aragón, als onderdeel van de grotere Reconquista. De stad viel onder het Koninkrijk Valencia, dat een autonome status kreeg binnen de Kroon van Aragón. De overname was niet zonder wrijving: veel moslims – de mudéjares – bleven in eerste instantie in de streek wonen, onder christelijk gezag. Later, met de val van Granada en de groeiende religieuze intolerantie, werden zij echter verdreven of bekeerd. In 1609 leidde de uitwijzing van de moriscos (bekeerde moslims) tot een demografisch vacuüm in de regio.

Historisch straatbeeld in CrevillentOm de leegloop tegen te gaan, startte de kroon met een herbevolkingsprogramma, waarbij christelijke families uit Catalonië en Aragón werden aangetrokken. Dit leidde tot een etnisch en cultureel mengsel dat Crevillent tot op de dag van vandaag kleurt. De taal, gewoonten, en zelfs de keuken zijn een fusie van Arabische wortels en Catalaanse invloeden – een mengelmoes waarin couscous en coca amb tonyina moeiteloos naast elkaar bestaan.

Economische bloei in de 18e en 19e eeuw

De 18e eeuw bracht stabiliteit en een langzame economische groei. De landbouw floreerde, vooral de teelt van amandelen, druiven en vijgen. Er ontstonden kleine ambachten, zoals mandenvlechten en wolbewerking. Maar het was pas in de 19e eeuw dat Crevillent haar ware economische gezicht toonde: dat van de tapijtstad. Dankzij de komst van industriële weefgetouwen en de beschikbaarheid van wol uit nabijgelegen dorpen, groeide de textielsector explosief.

Families richtten hun eigen werkplaatsen op, vaak letterlijk in de woonkamer. Kinderen, vrouwen en mannen werkten zij aan zij, dagenlang aan de zware, houten weefgetouwen. In de loop der tijd ontstond er een heuse industrie, waarbij Crevillent uitgroeide tot een van de belangrijkste tapijtproducenten van Spanje. Tot op de dag van vandaag zijn veel van deze familiebedrijven actief, al zijn ze inmiddels gemoderniseerd en werken ze vooral voor exportmarkten.

Politiek en sociale strijd

Historische foto van arbeiders in CrevillentDe industrialisatie bracht niet alleen economische voorspoed, maar ook sociale onrust. De arbeidsomstandigheden waren zwaar en de lonen laag. Aan het begin van de 20e eeuw ontstonden er vakbonden en ontstak menig staking. Crevillent werd een broeinest van arbeidersbewegingen, en tijdens de Tweede Republiek (1931–1936) was de stad een bolwerk van linkse krachten. De burgeroorlog verdeelde families, en de nasleep onder Franco was pijnlijk voelbaar.

Na de dictatuur, met de terugkeer van democratie in de jaren ’70, hervond Crevillent zijn lokale identiteit. De stad richtte zich op culturele herwaardering, met initiatieven als het tapijtmuseum, het feestmuseum en het herstel van historische gebouwen zoals de Ermita de San Isidro en de Iglesia de Nuestra Señora de Belén – een statige kerk uit de 18e eeuw die het hart van het oude centrum vormt.

Het Crevillent van nu

Vandaag de dag is Crevillent een stad die zich niet verbergt voor haar verleden. Je ziet het in de trots waarmee de jaarlijkse processies worden gehouden, in de tapijten die nog altijd worden geweven, en in de manier waarop inwoners hun dialect, gebruiken en keuken koesteren. Tegelijkertijd is er sprake van vooruitgang: moderne scholen, culturele centra, sportfaciliteiten en een netwerk van snelwegen die de stad verbinden met de rest van de regio.

Crevillent is geen openluchtmuseum, maar een levende geschiedenisboek – elke bladzijde verweerd, maar nog leesbaar, nog hoorbaar in de stemmen op het marktplein. Wie hier rondloopt, hoort het verleden niet alleen: je wandelt erdoorheen. Je raakt het aan. En soms, als de wind precies goed staat en de geur van wol, stof en amandelsnoep in de lucht hangt, lijkt het even alsof de tijd stil is blijven staan. En dat is precies waar de magie van Crevillent zit – in het vermogen om verleden en heden naadloos in elkaar over te laten vloeien.