Geschiedenis Ibi

Historisch straatbeeld IbiWie door de straten van Ibi dwaalt, voelt het verleden bijna tastbaar in de lucht hangen. Deze plaats in het hart van de provincie Alicante, aan de voet van de Sierra del Menejador, heeft een rijke en gelaagde geschiedenis die teruggaat tot de tijd van de Iberiërs en Romeinen, maar pas echt tot bloei kwam in de middeleeuwen. De geschiedenis van Ibi is een verhaal van veerkracht, ambacht en de kunst van het zich telkens opnieuw uitvinden.

Hoewel het gebied al in de prehistorie werd bewoond, zijn de eerste duidelijke sporen van georganiseerde bewoning terug te vinden in de Romeinse tijd. Ibi lag strategisch aan wegen die de kust met het binnenland verbonden, en het gebied kende een bescheiden agrarische ontwikkeling. De naam "Ibi" zou kunnen afstammen van het Latijn, al is de precieze etymologie nooit sluitend bewezen. Met de val van het Romeinse Rijk raakte het gebied echter in verval, tot het onder Moorse heerschappij nieuw leven werd ingeblazen.

Onder de Moren ontwikkelde Ibi zich tot een kleine, maar goed georganiseerde landbouwgemeenschap, met nadruk op olijventeelt en het gebruik van geavanceerde irrigatiesystemen, waarvan sommige sporen nog altijd in het landschap zichtbaar zijn. De Reconquista bracht Ibi in de twaalfde eeuw onder christelijk gezag, wat leidde tot een herstructurering van het sociale en economische leven. Ibi werd ingelijfd bij het koninkrijk Valencia en ontwikkelde zich verder als agrarische nederzetting.

Pas in de achttiende en negentiende eeuw begon Ibi echt uit te groeien tot een dorp van betekenis. In deze periode begon men met de ambachtelijke productie van Ambachtelijke productie in Ibi gebruiksvoorwerpen, met name uit metaal en hout. Wat begon als een bescheiden nijverheid, legde de basis voor wat Ibi later wereldfaam zou bezorgen: de speelgoedindustrie.

De twintigste eeuw betekende een ware industriële omwenteling voor Ibi. Rond 1905 werd het eerste speelgoedfabriekje geopend, en wat volgde was een explosie van creativiteit en economische bloei. Ibi werd al snel het kloppende hart van de Spaanse speelgoedproductie, met tientallen fabrieken die alles produceerden van tinnen soldaatjes tot plastic poppen en mechanisch aangedreven autootjes.

Tijdens het Franco-tijdperk kende Ibi, net als veel andere Spaanse industriesteden, zowel periodes van voorspoed als stagnatie. Toch bleef de speelgoedsector relatief stabiel, mede door de oprichting van COI (Clúster del Juguete de Ibi) die een platform bood voor innovatie en samenwerking binnen de sector. Ook het ontstaan van vakopleidingen gericht op productontwerp, spuitgiettechnieken en marketing droeg bij aan de internationale uitstraling van het dorp.

Na de komst van goedkope Aziatische importgoederen in de jaren ’90 kreeg de industrie een flinke dreun. Veel fabrieken sloten hun deuren of schakelden over op andere vormen van productie. Toch bleef Ibi veerkrachtig: enkele bedrijven hielden stand door in te zetten op kwaliteit, vakmanschap en export naar veeleisende markten. De creativiteit en technische kennis bleken waardevol in andere sectoren, zoals kunststofverwerking, design en zelfs de medische technologie.

Speelgoedmuseum IbiWie vandaag de dag Ibi bezoekt, ziet nog overal de sporen van deze rijke industriële geschiedenis. In het centrum bevindt zich het Museu Valencià del Joguet, het Speelgoedmuseum van Valencia, gehuisvest in een oude speelgoedfabriek. Het museum vertelt niet alleen het verhaal van Ibi, maar laat ook de sociale, culturele en technologische impact zien die de speelgoedindustrie had op de regio én op Spanje.

De historie van Ibi is dus een gelaagde kroniek van transformatie: van Romeins knooppunt tot agrarisch dorp, van Moorse nederzetting tot industriestad, en van economische pionier tot cultureel erfgoedbewaarder. Ibi is geen plek die zich makkelijk in een hokje laat stoppen, maar eerder een levend verhaal, geschreven door generaties van vakmensen, dromers en doeners.

Wie de tijd neemt om Ibi te leren kennen, ontdekt een gemeenschap die trots is op haar verleden, maar met beide benen in het heden staat. En al gaat het tegenwoordig niet meer alleen om speelgoed, de geest van verbeelding en vakmanschap is nog altijd springlevend.